Fiano

Fiano is een autochtone witte druif uit Campanië, die in dezelfde aromaschuif ligt als greco, maar doorgaans een tikkeltje minder aciditeit heeft en vaak nog wat meer uitbundig fruitvet met rijpe appel en een wasachtige textuur.

Wijnen op basis van fiano hebben ook een iets beter bewaarpotentieel dan de meeste wijnen op basis van greco. Samen met greco en falanghina vormt deze druif het triumviraat van witte druiven in Campanië.

Onze producten op basis van dit druivenras

Kenmerken

Meest voorkomende wijnstreek: Campania

Kleur van de schil: strogeel

Karakteristieken:
fruitig (perzik, peer en appel), floraal, medium zuren

Wijnstijlen:
droge witte wijn

Bewaarkracht:
niet hout-gelagerde: maximaal 2 jaar na oogstjaar / hout-gelagerde topcuvées: maximaal 3 jaar na oogstjaar

Te drinken bij:
aperitief / antipasti / gevogelte / pasta's

Bekendste herkomstbenamingen:
DOCG Fiano di Avellino

Deze relatief onbekende druif komt voor in het zuiden van Italië en meerbepaald in Campania (Napels). Veruit de bekendste appellatie is Fiano di Avellino. Buiten haar oorspronkelijke habitat komt deze druif nauwelijks voor.

Er bestaan 3 mogelijke etymologische verklaringen voor de herkomst van de naam fiano.

De eerste hypothese is dat de naam is afgeleid van 'appiano', een soort appel. Een tweede mogelijkheid is dat het van 'Apia' komt, een stadje in de provincie Avellino. Anderen zeggen dan weer dat het van 'apium' komt, een aromatische plant uit de selderfamilie. De druif heeft inderdaad aroma's van appel en ook van kruiden, gelukkig niet van selder.

In ieder geval is het zeker dat deze druif al in de oudheid werd verbouwd en ook ontstaan is in deze regio.

Tot voor kort vond men de fiano enkel in Irpina, waar de producent Mastroberardino aanspraak maakt dat hij deze druif in de jaren '40 van de uitroeiing gered heeft. Tijdens de oogst van 1945 gingen ze van wijnstok naar wijnstok om de schaarse trosjes te plukken. Naar het schijnt slaagden ze er dat jaar in om slechts 30 flessen te produceren.

De rendementen dienen laag tot medium gehouden te worden om tot een goed en karaktervol product te komen. Dit is niet eigenlijk niet moeilijk te begrijpen als je weet dat de druiven en trossen klein zijn en dat het sap daardoor beperkt is. Producenten die hier tegen zondigen maken vlakke en banale wijn.

Een ander eigenschap is dat het een wijn is die met de nodige attentie moet gedegusteerd worden. De subtiele eigenschappen van de druif zouden anders over het hoofd worden gezien. De aroma's van appel, peer en ananas en de boterachtige structuur zijn enkele van de typische kenmerken.