Prosecco Valdobbiawatte?

Veneto... een zeer diverse wijnregio maar vooral bekend om zijn Prosecco's. De twee belangrijkste appellaties zijn DOC Prosecco en DOCG Prosecco Conegliano Valdobbiadene. Wat zijn juist de verschillen?

1. Regio:

De eerste appellatie is de grootste en commercieel de belangrijkste regio van Italië. Het grondgebied waarbinnen DOC Prosecco gemaakt wordt is enorm groot: de lichtgroene kleur op de appellatiekaart (nr 31). Binnen Veneto gaat het om de provincies Belluno, Padova, Treviso, Vicenza en Venezia. De appellatie strekt zich zelfs uit tot in Friuli. Voor dit gebied staan ongeveer 12.000 hectare wijngaarden geregistreerd.

De schuimwijnen van de DOCG Conegliano Valdobbiadene Prosecco  zijn afkomstig uit het ruime grondgebeid rond de twee gemeentes Conegliano en Valdobbiadene, ongeveer 20km ten noorden van Treviso. (felgroene kleur nummer 8-18). Hier vind je glooiende heuvels vol wijngaarden waar industriële wijnbouw haast niet mogelijk is. In deze appellatie staan ongeveer 6.000 hectare wijngaarden geregistreerd.

2. Kwaliteit:

De gemiddelde kwaliteit van de schuimwijn onder de vlag DOC Prosecco is lager dan deze gemaakt onder de DOCG's. Dit verwondert natuurlijk niet, want op het vlak van kwaliteit zijn 2 factoren cruciaal: de wijngaarden en de druiven.
Binnen de DOC Prosecco worden immense vlakke velden vol wijnstokken gebruikt. Binnen de DOCG's worden oude wijngaarden op hellingen gebruikt, wat beter fruit oplevert. 
Ook de gebruikte druivenrassen kunnen verschillen. Voor beide appellaties zijn de druivenvoorschriften identiek: verplicht 85% glera en daarnaast zijn zowel de autochtone rassen verdiso, bianchetta trevigiana, perera en glera lunga als de internationale pinot bianco, pinot nero, chardonnay en pinot grigio tot 15% toegelaten. Echter worden voor de betere Prosecco's haast geen internationale druiven gebruikt, en als er al een blend is, is dit vaak nog geen 5%.

3. Productie:

Alle Proseccowijnen ondergaan een tweede gisting. Dit kan op een grote tank of in de individuele fles.

De meest gebruikte methode voor Prosecco is de Charmamethode. Concreet betekent dit dat de wijnmaker eerst een gewone stille wijn maakt. Deze basiswijn doet men in een drukvat samen met een mengsel van gist, wijn en suiker. Tijdens deze tweede gisting in de grote tank ontstaat het koolzuurgas, wat de bubbeltjes creëert. 

De betere schuimwijnen worden volgens de 'methodo classico' gemaakt. Hier doet men de stille wijn in individuele flessen samen met een mengsel van gist en suiker. De tweede gisting gebeurt op de fles. Hier ontstaat ook het koolzuurgas wat zich omzet in de bubbels. Met deze methode gaat het fruitige karakter van de gleradruif verloren, en krijgt de wijn meer de toetsen van toast, gist en brioche. 

Voor ons assortiment van Prosecco werkt Licata Vini samen met de topproducent Bisol.  Zij werken zowel volgens de tankmethode als de metodo classico. Hun wijnen krijgen regelmatig goede recensies en worden door onze klanten gesmaakt. 

Begint u al te watertanden: bekijk hier hun gamma

 

 

Wilt u nog meer weten over Prosecco? In ons boek Salute vertelt onze wijnkenner Roeland Verbist u nog meer over de regio en de appellaties en neemt u mee op reis doorheen Italië als wijnland. Bekijk hier een fragment